👋Hey collega, En, wat vind je ervan? Ons eerste eigen clubblad 😃
Een mooi clubblad kan niet zonder een goeie naam. Verzin jij die? Stuur jouw naam in via marketing@cke.nl en wie weet prijkt de jouwe op de volgende editie. Naast eeuwige roem win je ook een leuke prijs 🏆
Het eerste moment waarop je in aanraking kwam met kunst en cultuur en dacht: dit smaakt naar meer?
“Zo lang ik me kan herinneren heb ik geknutseld, getekend en gelezen – en speelde ik ‘circusje’ thuis bij de senioren in de buurt. Op de middelbare school had ik Tekenen als eindexamenvak. Daardoor ging ik Kunst- en Cultuurwetenschappen studeren.”
Wat staat er in jouw persoonlijke jaarplan?
“Dit jaar heb ik drie persoonlijke doelen, die natuurlijk nauw samenhangen met de organisatiedoelen: Ten eerste: investeren in een goedlopend MT. Daarnaast wil ik een organisatiecultuur creëren van vertrouwen, ruimte en afleggen van verantwoording. Tenslotte wil ik graag dat iedereen bij CKE de strategie (de stip op de horizon) helder voor ogen heeft.
Wat maak je zelf, waar zit jouw ‘speelruimte’?
“Niet heel fervent, maar zo nu en dan (ver)maak ik meubels en kleding. Jurgen is wat meer van de meubels en mijn kinderen meer van het naaiwerk, dus ik word vaak in de ontwerp- of afrondende fase ingezet.”
🖌️ Het kunstwerk waar Ann zo blij mee is:
🍽️ Ann en Marcia samen in de keuken!
🖼️ In Tentoon vragen we een collega: “Wat is jouw kunst?” Dat kan van alles zijn: een eigen meesterwerk of een collectie van iemand die je bewondert. Ook een gekke verzameling telt!
“Dit werk hoort bij ‘Eén Indisch Erfgoed’, de expositie van mijn werk die vanaf 19 april bij CKE te zien is. Die gaat over mijn familie en afkomst en mijn Indonesische overgrootmoeder, zij is de oermoeder.”
“Het Indische erfgoed en mijn overgrootmoeder zijn mijn passie. Zij komt uit Indonesië en is dus Indonesisch. Ik ben Indisch, mijn overgrootmoeder is Indonesisch en mijn [(groot)moeder of overgrootvader Nederlands. In mijn tekeningen en schilderijen haal ik veel inspiratie uit de koloniale geschiedenis; de mooie en de minder mooie dingen. Ik kan daar nog jaren uit putten.”
“De kunstenaar niet. Nooit. Het is mijn manier van leven en hoort bij mij, al van kinds af aan. De docent wel, al kan ik best wanneer ik er zin in heb nog eens een workshop geven.”